De gemeenteraad heeft vorige maand misschien wel het meest verstrekkende besluit genomen dat een raad kan nemen: het opheffen van de eigen gemeente. Per 1 januari 2022 wordt Sint An- thonis onderdeel van de nieuwe gemeente Land van Cuijk. Samen met Cuijk en Boxmeer gaan we een nieuwe gemeente bouwen. Met respect voor de eigenheid van onze kernen en gemeen- schappen, want die eigenheid blijft natuurlijk fier overeind.
Ik heb met veel energie en toewijding meegewerkt aan deze fusie. En ik ben er trots op dat we dit besluit hebben durven nemen. Liever nog deed ik dat ook samen met Grave en Mill en Sint Hu- bert, gezien de gezamenlijke historie die een hechte band heeft opgeleverd. Maar zij slaan een ander pad in en dat hebben we uiteraard te respecteren. Het blijven onze buren en ik ben ervan overtuigd dat we elkaar blijven vinden. Zeker ook omdat we veel gedeelde belangen hebben: vitale kernen, een duurzame leefomgeving, een toekomstbestendige economie.
De komende twee jaar moeten we als Sint Anthonis nog vol aan de bak. Er ligt een ambitieus uit- voeringsprogramma – de pijler onder ons werk – en we moeten ervoor zorgen dat onze gemeente goed landt in de nieuwe fusiegemeente. Niet voor niets zijn we na de verkiezingen aan de slag ge- gaan met drie in plaats van twee wethouders. Er is veel werk aan de winkel.
Al dat werk doen we in een democratisch bestel met vele checks & balances. Deze raad is ons hoogste orgaan. Deze raad stelt de kaders, u controleert het college. Raadsleden vervullen geen ombudsfunctie, maar horen wel goed te luisteren naar wat er in de gemeenschap speelt, de raad moet keuzes maken en nooit het algemeen belang uit het oog verliezen.
Daarbij mag, nee, moet u van het college verwachten dat wij u op tijd en correct informeren. Zorg- vuldige besluitvorming ligt aan de basis van de samenwerking tussen raad en college.
Daarbij vormt het college een collegiaal bestuur en geen losse verzameling van bestuurders.
Dat wat aan de collegetafel gedeeld en besloten wordt, hoort door alle collegeleden binnen en bui- ten uitgedragen te worden.
Hier, in deze raadszaal met de voltallige raad, moet het normaliter allemaal gebeuren. Niet in het café, niet aan de overzijde van de straat, niet in een fractieoverleg en zeker niet in een zaaltje ach- teraf.
Als burgemeester heb ik een bijzondere verantwoordelijkheid: toezien op integriteit. Dat is zelfs expliciet vastgelegd in de Gemeentewet. Ik citeer artikel 170 lid 2: “De burgemeester bevordert de bestuurlijke integriteit van de gemeente”. Dat doe ik als zelfstandig bestuursorgaan en niet in op- dracht van college of raad.
In april stond er een interessant artikel in het Nederlands Juristen Blad van Niels Karsten met als titel “de burgemeester als vriend of vijand van rechtstaat”.
Hierin werd gesteld dat het burgemeestersambt belangrijke constitutionele waarden in zich draagt. Als hoeders van de lokale democratie, zien burgemeesters onder andere toe op de integriteit, rechtmatigheid en zorgvuldigheid van het gemeentelijk beleid. De burgemeester heeft een bijzon- dere verantwoordelijkheid als beschermer van grondrechten. Om die rechtsstatelijke rol goed te kunnen vervullen, is het essentieel dat burgemeesters een zekere afstand kunnen bewaren ten opzichte van de politiek. De onafhankelijkheid van burgemeesters, zo stelde de auteur, staat ech- ter onder druk als gevolg van de veranderende institutionele relatie tussen de burgemeester en de gemeenteraad. De auteur stelt dat er een giftige cocktail is ontstaan van een toezichtsverantwoor- delijkheid voor de burgemeester, en tegelijkertijd een sterke afhankelijkheid van de ondertoezicht- gestelde, dat wil zeggen de gemeenteraad. Ook de politisering van het burgemeestersambt draagt bij aan afnemende politieke onafhankelijkheid. Als gevolg van deze twee ontwikkelingen verliest het lokaal bestuur een deel van haar zelfreinigend vermogen en dreigen de waarden van de de- mocratische rechtsstaat in het geding te komen. Aldus Niels Karsten.
Dit artikel is echt een aanrader om te lezen. Om uzelf daaraan te spiegelen. Hoe gaat dat eigenlijk in onze eigen gemeente? Geven wij elkaar de ruimte om ieders rol goed te vervullen? Spreken we
elkaar aan, corrigeren we elkaar als dat nodig is en maken we altijd de goede afweging tussen het particulier en het algemeen belang?
Het zijn vragen die ik mijzelf de afgelopen periode ook heb gesteld. En dat moet ook, want juist als burgemeester heb ik een extra zware verantwoordelijkheid. En zo voel ik die ook. Ik moet mijn rug recht houden. Ook als dat consequenties heeft voor mijn relatie met college en raad, en ook als dat consequenties heeft voor mijn eigen functie.
Het openbaar bestuur is niet voor bange mensen. Dat geldt voor u als raadslid, voor u als college- lid en ook voor mij als burgemeester. Ik ga in de meeste gevallen niet over de inhoud, maar ik moet wel zorgen voor zorgvuldige besluitvorming én voor bestuurlijke integriteit. En als dat in het geding is, hoor ik te spiegelen, te corrigeren en soms zelfs op te treden. Daarin moet en mag ik niet belemmerd worden. Niet door individuele college- en raadsleden, maar zeker ook niet door getalsmatige meerderheden in deze bestuursorganen. Dat mag nooit bepalend zijn: integriteit ís niet een kwestie van de meeste stemmen hebben, zo werkt dat niet!
Om als burgemeester onafhankelijk en boven de partijen te staan, om een goede en transparante bestuurscultuur te bevorderen, om toe te zien op tijdige voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het gemeentelijk beleid, heb ik als burgemeester ruimte nodig.
Alleen dán kan ik het openbaar bestuur, onze lokale democratie en het algemeen belang goed dienen.
Ook in deze laatste jaren van onze gemeente is dat belangrijk. Misschien moet ik zelfs zeggen: juíst in de laatste jaren dat onze gemeente bestaat. Wij zijn dat niet alleen verplicht aan onze in- woners, maar ook aan onze partners waarmee wij een nieuwe gemeente gaan vormen. Zij mogen verwachten dat we straks een open en controleerbare bestuurscultuur overdragen, in combinatie met een weerbaar en professioneel ambtelijk apparaat.
Ik voel, ik merk dat ik onvoldoende ruimte krijg in de politieke omgeving van Sint Anthonis om mijn wettelijke rol en taak te vervullen. Dat er druk wordt uitgeoefend om dingen te doen of na te laten waar ik niet achter sta. Dat is niet acceptabel voor mij en meer nog, het is niet goed voor deze ge- meente en niet goed voor de inwoners van Sint Anthonis. Ik ben tot de conclusie gekomen dat dat een stevige beslissing vraagt. Een beslissing die mijzelf niet in de koude kleren gaat zitten, maar ik wil mijzelf in de spiegel kunnen aankijken. De overtuiging hebben dat ik de dingen kan doen die ik móet doen. Als mij dat niet wordt toegestaan, als ik die ruimte niet krijg, dan moet ik plaats maken.
Dit besluit ga ik zo meteen ook mededelen aan de Commissaris van de Koning.
Ik hoop dat ik daarmee de ruimte creëer voor Sint Anthonis om echt tot een verandering te komen. Sint Anthonis verdient een correcte en transparante bestuurscultuur. Verdient correcte besluitvor- ming. Verdient een bestuur waarin alle spelers, weerbaar en krachtig, het algemeen belang die- nen.
Dames en heren,
Ik gun deze gemeente het allerbeste. U gaat twee belangrijke jaren tegemoet. Ik vind het oprecht jammer dat ik die laatste fase niet ga meemaken als burgemeester. Ik heb hier met veel plezier en toewijding dit mooie ambt vervuld. Lief en leed gedeeld; met u, hier in deze zaal, met de inwoners van Sint Anthonis. Ik ben altijd onder de indruk geweest van de kracht van deze gemeenschap, van de mensen die hier wonen en werken.
Het was mooi dat ik daar deelgenoot van mocht zijn. Dank u wel voor uw aandacht.
Marleen Sijbers
Burgemeester van Sint Anthonis 7 november 2019