OVERLOON / GRAVE - Overlast en agressie in de bus naar Grave, vernielingen in Stevensbeek, winkeldiefstallen in de supermarkt, vechtpartijen bij de azc’s en een gewelddadige inbraak in Overloon:
2020 kende in deze regio weer de nodige incidenten waarbij asielzoekers betrokken waren. Maar komend jaar zal het beter gaan, zo belooft ketenmarinier Jur Verbeek, in Zuid- en Midden-Nederland betrokken bij de aanpak van de ernstigste overlastplegers.
Maarten Reith 25-12-20,Een asielzoekerscentrum (azc) zónder incidenten: omwonenden én politiek wensen het in toenemende mate, maar naar nul zal het vermoedelijk nooit zakken. Veel mensen uit verschillende culturen dicht op elkaar, de spanning van de asielprocedure, de trauma’s van oorlogen en onderdrukking: dat gaat zo nu en dan mis.
Bovendien komt criminaliteit overal in de samenleving voor, dus ook in het azc”, zegt Verbeek. Tel daarbij op dat in Grave en Overloon tientallen alleenstaande minderjarige asielzoekers zijn ondergebracht, waarvan een deel pubergedrag vertoont.
Stevig aanpakken
Wat wél kan: de criminele en meest overlastgevende asielzoekers stevig aanpakken. Verbeek en de drie andere ketenmariniers in Nederland zijn daar speciaal voor aangesteld. Na anderhalf jaar begint hun werkwijze vruchten af te werpen, zo zegt hij. ,,Het net rond die groep begint zich te sluiten. Binnen een half jaar zullen de effecten daarvan in Grave en Overloon merkbaar zijn. Dat beloof ik.
Het subjectieve onveiligheidsgevoel neemt toe vanwege een kleine groep, en dat snap ik
Ondermijnen
Verbeek, voormalig politie-inspecteur in Rotterdam, is van het type ‘niet lullen maar poetsen’. Zijn drijfveer: voorkomen dat crimineel gedrag en overlast het draagvlak ondermijnen voor het Nederlandse vluchtelingenbeleid.Van de 21.000 mensen die in azc’s wonen in afwachting van een beslissing op hun asielaanvraag komt slechts 1 à 2 procent regelmatig in aanraking met politie en justitie. Maar dat zorgt er wel voor dat vaders hun dochters niet meer in de rij bij de geldautomaat laten staan als ze een asielzoeker zien. Het subjectieve onveiligheidsgevoel neemt toe vanwege een kleine groep, en dat snap ik”, zegt Verbeek.
Niet alleen uit veilige landen
De vier ketenmariniers maken maandelijks, op basis van vier criteria, een lijst van de grootste overlastplegers. ,,Meer dan vijf keer in drie jaar verdacht van bijvoorbeeld winkeldiefstal, één keer een ernstig delict, agressie in bijvoorbeeld het openbaar vervoer of tegen een medewerker van het COA: in al die gevallen ben je van ons”, somt Verbeek op,en dan sta je op onze TopX-lijst.Gemiddeld zijn dat er zo’n 350 per maand. En om meteen een hardnekkig misverstand weg te werken: dat zijn lang niet alleen jonge vreemdelingen uit veilige (lees: Noord-Afrikaanse) landen. ,,Dat beeld klopt voor geen meter. Van die 350 komt zo’n 55 procent uit onveilige landen, zoals Syrië en Yemen. Gemiddeld 65 TopX-ers zijn minderjarig, afgelopen maand maar een stuk of 40. Wat wél klopt: bij die minderjarigen zijn Marokkanen en Algerijnen sterk in de meerderheid.”