Vrijheid lijkt zo vanzelfsprekend

Gepubliceerd op 5 mei 2017 om 16:53

Mijn vader, geboren in 1940, is als kleuter van 4 tijdens een bombardement op sterven na dood geweest en blijvend invalide geraakt

Deze dag is – zoals mijn FB-vrienden weten - ieder jaar een die veel gedachten los maken. De vrijheid die we morgen gaan vieren is een voorlopig resultaat van verschrikkelijke offers die voor het overgrote deel niet door onze generatie gebracht zijn.
Mijn generatie mag hiervan genieten en hoeft zich daarvoor wat mij betreft niet te schamen, dat is óok onze vrijheid.
Dat staat er niet aan in de weg dat wij aan oproepen om verhalen te delen en met elkaar te gedenken gehoor ‘moeten’ geven.
Sommige van jullie kennen mijn verhaal, maar veel ook niet en op een dag als vandaag geef ik graag nogmaals gehoor aan de oproep van Jules Schelvis om deze verhalen te delen.
Ondanks mijn 27 levensjaren ben ik namelijk een product van de oorlog. Mijn vader, geboren in 1940, is als kleuter van 4 tijdens een bombardement op sterven na dood geweest en blijvend invalide geraakt. Ik noch de rest van ons gezin hebben hem ooit als slachtoffer of gehandicapt beschouwt omdat hij dit beeld steeds genuanceerd heeft, maar het is altijd een onderwerp geweest waarover werd en nog steeds wordt gesproken (en gelachen).
De gezinssituatie van mijn vader (uitsluitend zussen), maakte dat zijn omgeving na de oorlog grote zorgen om hem had. Hoe kon hij met zijn (toen nog) houten been ooit kostwinner worden en voor een gezin zorgen. Deze zorgen en het vroege overlijden van zijn moeder, mijn oma, hebben gemaakt dat mijn vader zijn hele leven keihard heeft gewerkt en pas kinderen wilde, op een moment dat hij zeker weten een gezin kon onderhouden en tijd kon maken voor zijn kinderen.
Het is daarom dat ik als 27-jarige geen nakomertje ben en toch een vader heb die 50 jaar ouder is.
Dat wij op historische grond wonen helpt natuurlijk ook bij het herinneren van de geschiedenis. Vlakbij ons huis, wij wonen nabij het Oorlog en Verzetsmuseum, ligt het Engels kerkhof. Mijn hele leven ontvangen wij al bezoekers van dit kerkhof aan onze keukentafel: eerst weduwen en kameraden van de overleden helden, later hun kinderen.
Twee jaar geleden raakte ik zo in gesprek met een Britse vrouw Judith en haar man Alun. Zij was, net als mijn vader toen, 75jaar en haar vader is gesneuveld in de oorlog op 24 jarige leeftijd, net zo oud als ik ten tijde van onze eerste ontmoeting. We hebben leuke gesprekken en nog steeds contact, elk jaar rond 4 mei: met hardlopen kom ik vaak langs het graf en soms stuur ik een foto. Vandaag brand ik een kaars voor haar vader: Serjeant E.H. Rees.
De vrijheid die mijn generatie cadeau heeft gekregen, geeft ons de kans om de oorsprong ervan niet te willen weten of om er niet stil bij te staan: ook dat is vrijheid en ik beschouw het als een erkenning van de vrijheid die ik zo waardeer.
Tegelijkertijd voel ik het beroep van de slachtoffers, hun familie, hun kameraden. De helden (gesneuvelde, overlevende én familie), welke voor ons hun leven hebben gegeven, zijn bescheiden trots en voelen zich vaak bevoorrecht dat ze ons hebben mogen voorzien van vrijheid.
Het enige beroep dat zij op ons doen: of we de vrijheid waar hun kameraden, partners en ouders grote offers voor hebben gebracht, willen bewaken en de slachtoffers willen blijven gedenken.
Zoals wij een cadeau vaak waarderen om de persoon die het geeft en niet om de intrinsieke waarde van het geschenk zelf, zo omhels ik de vrijheid door de mensen die het mij gaven en die voor het overige zo vanzelfsprekend lijkt te zijn.
Ik herdenk, herdenken jullie met mij mee!
met @LeoNoy bron tekst  Rob Noy www.facebook.com/rob.noy

foto3-7.jpg