Als ik dit verhaal laat op de avond vertel, slaap ik helemaal niet meer

Gepubliceerd op 14 september 2024 om 08:30

De oorlog in mijn hoofd„Mensen zeggen tegen mij: ‘Als jij over de oorlog praat, lijkt het alsof je de beelden nog zo voor je ziet’. Maar weet je wat het is? Ik zie die beelden ook nog voor me. Alsof het gisteren gebeurde.”

Door Joris Gerritsen 13-09-24

Harrie Beckers (1935) uit Overloon kwam eind 1944 als kind met zijn ouders klem te zitten tussen de linies van de Duitsers en de geallieerden. Ze schuilden twaalf dagen in een provisorisch hutje onder de grond.Ik ben geboren op 12 mei 1935. Dus ik werd 5 toen de oorlog begon en 10 toen de oorlog eindigde. Hier, op deze grond, net buiten Overloon, ben ik geboren en ik ben er nooit weggegaan. De boerderij stond eerst wat verder van de weg, maar die is in de oorlog helemaal verwoest.

 

Eigen schuilplek in het bos

Op 27 september 1944, vlak voor de Slag om Overloon begon, moesten we ons huis uit. Om de boerderij lagen allemaal Duitsers die zich in aan het graven waren. Greppels en schuttersputjes. Na de oorlog moest ik die als 10-jarige jongen dichtgooien. Alles wat ik deed, hoefde mijn vader niet te doen.

 

In eerste instantie vonden we onderdak op een boerderij tussen Holthees en Maashees. Op dat moment leefden er bijna tweehonderd mensen op twee boerderijen daar. Ik zag het bombardement op Holthees, 1 kilometer verderop, gebeuren. Mijn vader ging daar direct helpen. Als er granaten of bommen vielen, moesten we schuilen in een zelfgemaakte schuilplek in het bos. Alle kinderen zaten dan bij elkaar. Op elkaar zelfs. Eerst moesten de grote kinderen gaan zitten en die kregen allemaal een klein kind op schoot. Ik zat ook bij iemand op schoot.Toen het front naderbij kwam, moesten we toch weg. Veel mensen wilden naar Venray, maar wij gingen juist richting Vierlingsbeek. We wisten dat daar de Engelsen al waren. Maar toen we aan de rand van het dorp kwamen, stuurden Duitse soldaten ons terug. We mochten er niet door.

Natuurlijk heeft de oorlog me gevormd. Ik vertel dit verhaal nu aan het begin van de avond, maar ik kan dat beter niet laat op de avond doen. Ik slaap al vaak slecht en als ik dat doe, slaap ik helemaal niet meer.

Harry Beckers